Er zijn van die plekken die niet verdwijnen maar oplossen. Dit is zo'n plek. Hier lagen de oude grienden in de delta van de Giessen.
Ooit was het een wirwar van watergangen, wilgen, modder, slik en riet. Maar ook een gebied met het vrolijke geluid van de rietzanger, het oorstrelend gezang van de nachtegaal en het krassend lied van de karrekiet.
Kortom; Een complexe leefgemeenschap van cultuur en natuur.
Eens de plaats waar ook alles tegelijk groeide, leefde, vocht.
Eb en vloed waren er merkbaar als een hartslag. Je voelde het zachte dons van katjes en de zoet geurende meidoorns in de lente,
De warme vochtigheid tussen de wilgen en tjirpende geluiden in de zomer.
Je zag bruin krullend blad in de herfst en de stempels van half vergane bladeren in de modder.
En nu?
Groepen grauwe ganzen in warrige V-vormige formaties vliegen boven ons. Later zien we kieviten klapwiekend naar het zuiden gaan. De seizoenen wisselen van vacht. Vervellen. De winter trekt onder onze huid.
Mijn vrienden Nico, Paul, Wim en ik zijn met de riviernatuur vergroeid. Gevormd van emotie, klei en kleur. Ons speelterrein. Onze biotoop die er altijd was en nooit zou verdwijnen.
Wij zijn het zelf.
Het zit diep in ons.
Leeft, borrelt, herleeft.
Maar nu ligt ze open, als een ademteug tussen de oude lintbebouwing, massale nieuwbouw en een nieuwe vrijstaat ernaast.
Aan de ene kant:
De rechte lijnen van een vervreemdende stadse bebouwing, met een nieuwe populatie bewoners achter hoge hekwerken. Brutalisme in rode steen, de hardheid in glazen balkons en rotstuinen alles in een rigide orde en kadastraal vastgelegd. Bouwwerken op een symmetrische plattegrond met een architectonische belofte van zekerheid.
We hebben wat tegenspel gegeven, maar tevergeefs. De vooruitgang is niet te stuiten.
Toch zijn er lichtpuntjes want in de gevels zien wij mussen- en vleermuiskasten. Nu vooral nog symboliek want hun leefgebied is verdwenen.
Het is nu een gebied met betegelde tuinen, kunstgras, hoge schuttingen, lange schaduwen en volle straten. Dit is het ideale biotoop voor Audi's, Mercedessen, Tesla's en Range Rovers.
Aan de andere kant een belofte;
Een wijk van vrije vormen, een andere manier van leven. Los gestrooide bouwsels, arken - die van tante Lien ligt er nog - schuren die naar hout en oude verf ruiken, terreinen die hun eigen regels volgen. Bevolkt door wat eigenzinnige dijkbewoners.
Daartussen ligt ook nog iets wat nog moeilijk te benoemen is. Een leegte. Misschien een tussentijd? Alsof de grond zelf nog niet weet wat ze wil; asfalt, steen, groen of aarde.
Jolanda duwt mij voort in de rolstoel. We staan even stil om foto's te maken. Omdat juist hier, in het onafgemaakte, iets gebeurt. Een gebied waar heden, vooruitgang en herinnering tegen elkaar schuren.
De oude griend is weg maar ze kijkt nog mee, vanuit elke grasspriet die zich tussen de tegels omhoogworstelt als de achtergrondruis uit het nabeeld van een zwart-wit televisie.
Misschien is dat wat we vergeten zijn: van de tijd die niet langer een geruststellende rechtelijn vormt,
dat leven niet altijd gepland,
niet altijd bedacht,
zo vaak zo anders gaat,
verdampt,
soms even stolt
en daarna weer vloeibaar wordt.


Reacties