![]() |
Klassieke indeling functies hersenhelften. |
Wat gebeurd er in je brein? Wat in mijn aangedane rechterhersenhelft? Hoe fluïde zijn de hersenhelften onderling? En. Wat is de laatste stand van de wetenschap? Dat vraag ik mij af. Reden daarvoor is dat er veel uiteenlopende theorieën zijn. Dat brengt mij in verwarring.
Diverse visie's.
Ook in revalidatiecentra, heb ik gemerkt, daar zijn zelfs tegengestelde theorieën in omloop. Dat is frustrerend maar ook bijzonder. De meest schurende is de uitspraak dat er geen verder herstel meer is te verwachten en de linkerhersenhelft niet alles kan overnemen aan uitgevallen functies van rechts. Ik lees wat anders. Mijn ervaring is ook anders. Dit zegt men, denk ik, vooral om de handen van je af te kunnen trekken, te wassen in onschuld en te suggereren dat ze er alles aan je herstel hebben gedaan. Dit is natuurlijk suggestief maar ik heb wel veel rook gezien. En. Waar rook is moet vuur zijn..
De onderstaande tekst komt uit diverse bronnen op internet. Als je meer wil weten, lees je de tekst. Zo niet scroll je door naar mijn conclusie eronder. Veel leesplezier.
Ontdekking van nieuwe inzichten;
De nieuwste onderzoeksresultaten suggereren een niet statisch maar meer dynamisch netwerk, waarbij de rechter hersenhelft creativiteit, artistieke vaardigheden en emotionele processen centraal staat, zonder strikte scheiding.
De klassieke visie dat de rechterhersenhelft uitsluitend verantwoordelijk zou zijn voor de motoriek van de linkerzijde van het lichaam, “creativiteit”, ruimtelijk inzicht, het herkennen van gezichten en het verwerken van emoties is in de loop der jaren genuanceerder geworden.
Hieronder volgt een overzicht van de huidige inzichten:
• Specifieke functies van de rechterhersenhelft:
• Ruimtelijk inzicht en visuele verwerking: De rechterhersenhelft speelt een belangrijke rol bij het verwerken van visuele en ruimtelijke informatie, zoals het inschatten van afstanden, vormen en ruimtelijke relaties.
• Gezichts- en emotieverwerking: Deze helft is vaak betrokken bij het herkennen en interpreteren van gezichten en emotionele expressies.
• Holistisch en contextueel denken: In tegenstelling tot de meer analytische benadering die vaak met de linkerhersenhelft wordt geassocieerd, ondersteunt de rechterhersenhelft een meer holistische verwerking van informatie, waarbij de context en het geheel belangrijk zijn.
• Artistieke en muzikale aspecten: Er is aanwijzing dat bepaalde aspecten van kunst en muziek – zoals het herkennen van patronen en tonen – meer worden ondersteund door processen in de rechterhersenhelft.
Fluiditeit en samenwerking tussen de hersenhelften:
• Interconnectiviteit: Moderne neurowetenschappen benadrukken dat de hersenen werken als een geïntegreerd netwerk. De corpus callosum, de grote bundel zenuwvezels die de twee hemisferen verbindt, zorgt ervoor dat informatie voortdurend tussen beide helften wordt uitgewisseld. Dit maakt de functies minder strikt gescheiden dan vroeger gedacht.
• Neuroplasticiteit: Onderzoek toont aan dat de hersenen, vooral na schade of in leerprocessen, in staat zijn om functies te verplaatsen of te compenseren door samenwerking tussen de helften. Dit wijst op een hoge mate van flexibiliteit in de functionele organisatie van de hersenen.
• Complexe taakverdeling: Veel cognitieve processen – zoals taalverwerking, probleemoplossing en emotionele regulatie – zijn afhankelijk van netwerken die over beide hemisferen verspreid zijn. In plaats van een “links versus rechts” indeling, wordt er tegenwoordig gesproken over dynamische en contextafhankelijke netwerkconfiguraties.
Recente wetenschappelijke inzichten:
• Fijnmazigere beeldvormingstechnieken: Met behulp van functionele MRI (fMRI) en andere geavanceerde neuro-vidualisatie-technieken hebben onderzoekers gezien dat zelfs taken die traditioneel als “rechtshersenhelft”-taken werden bestempeld, ook activiteit in de linkerhersenhelft kunnen veroorzaken, en omgekeerd.
• Variabiliteit tussen individuen: Er is steeds meer erkenning dat er aanzienlijke inter-individuele verschillen bestaan in hoe hersenfuncties worden georganiseerd. Dit betekent dat de mate van lateralisatie ( Hiermee wordt bedoeld dat bepaalde functies dominant gerepresenteerd zijn in één kant van het lichaam of in het brein) kan variëren, afhankelijk van factoren zoals genetica, opleiding, ervaring en zelfs leeftijd.
• Contextafhankelijke samenwerking: De hersenen passen de samenwerking tussen de hemisferen aan op basis van de eisen van de taak. Bij complexe of nieuwe taken kan er een verhoogde synchronisatie en samenwerking optreden, wat oude inzichten verder ondermijnt.
Samenvattend:
• Specifieke functies van de rechterhersenhelft:
• Ruimtelijk inzicht en visuele verwerking: De rechterhersenhelft speelt een belangrijke rol bij het verwerken van visuele en ruimtelijke informatie, zoals het inschatten van afstanden, vormen en ruimtelijke relaties.
• Gezichts- en emotieverwerking: Deze helft is vaak betrokken bij het herkennen en interpreteren van gezichten en emotionele expressies.
• Holistisch en contextueel denken: In tegenstelling tot de meer analytische benadering die vaak met de linkerhersenhelft wordt geassocieerd, ondersteunt de rechterhersenhelft een meer holistische verwerking van informatie, waarbij de context en het geheel belangrijk zijn.
• Artistieke en muzikale aspecten: Er is aanwijzing dat bepaalde aspecten van kunst en muziek – zoals het herkennen van patronen en tonen – meer worden ondersteund door processen in de rechterhersenhelft.
Fluiditeit en samenwerking tussen de hersenhelften:
• Interconnectiviteit: Moderne neurowetenschappen benadrukken dat de hersenen werken als een geïntegreerd netwerk. De corpus callosum, de grote bundel zenuwvezels die de twee hemisferen verbindt, zorgt ervoor dat informatie voortdurend tussen beide helften wordt uitgewisseld. Dit maakt de functies minder strikt gescheiden dan vroeger gedacht.
• Neuroplasticiteit: Onderzoek toont aan dat de hersenen, vooral na schade of in leerprocessen, in staat zijn om functies te verplaatsen of te compenseren door samenwerking tussen de helften. Dit wijst op een hoge mate van flexibiliteit in de functionele organisatie van de hersenen.
• Complexe taakverdeling: Veel cognitieve processen – zoals taalverwerking, probleemoplossing en emotionele regulatie – zijn afhankelijk van netwerken die over beide hemisferen verspreid zijn. In plaats van een “links versus rechts” indeling, wordt er tegenwoordig gesproken over dynamische en contextafhankelijke netwerkconfiguraties.
Recente wetenschappelijke inzichten:
• Fijnmazigere beeldvormingstechnieken: Met behulp van functionele MRI (fMRI) en andere geavanceerde neuro-vidualisatie-technieken hebben onderzoekers gezien dat zelfs taken die traditioneel als “rechtshersenhelft”-taken werden bestempeld, ook activiteit in de linkerhersenhelft kunnen veroorzaken, en omgekeerd.
• Variabiliteit tussen individuen: Er is steeds meer erkenning dat er aanzienlijke inter-individuele verschillen bestaan in hoe hersenfuncties worden georganiseerd. Dit betekent dat de mate van lateralisatie ( Hiermee wordt bedoeld dat bepaalde functies dominant gerepresenteerd zijn in één kant van het lichaam of in het brein) kan variëren, afhankelijk van factoren zoals genetica, opleiding, ervaring en zelfs leeftijd.
• Contextafhankelijke samenwerking: De hersenen passen de samenwerking tussen de hemisferen aan op basis van de eisen van de taak. Bij complexe of nieuwe taken kan er een verhoogde synchronisatie en samenwerking optreden, wat oude inzichten verder ondermijnt.
Samenvattend:
Hoewel de rechterhersenhelft in het algemeen geassocieerd wordt met functies als ruimtelijk inzicht, gezichtsherkenning, emotieverwerking en een holistische benadering van informatie, is de moderne wetenschap het erover eens dat deze functies in samenwerking met de linkerhersenhelft tot stand komen. De hersenen zijn uiterst flexibel en functioneel georganiseerd in netwerken die over beide helften verdeeld zijn, waarbij de mate van lateralisatie afhankelijk is van de specifieke taak en de individuele verschillen tussen mensen.
Blijft leervermogen bestaan?
Het leervermogen blijft bestaan, maar het vereist meer oefening bij oudere mensen. Neuroplasticiteit speelt een grote rol, ondanks afname.
Het leervermogen, oftewel de neuroplasticiteit van de hersenen, blijft gedurende het hele leven aanwezig, al zijn er wel veranderingen in de snelheid en efficiëntie waarmee nieuwe vaardigheden worden geleerd. Enkele belangrijke punten hierbij:
• Levenslange plasticiteit:
De hersenen blijven in staat om nieuwe verbindingen te vormen, zelfs op latere leeftijd. Dit betekent dat mensen theoretisch gezien hun hele leven kunnen blijven leren en zich kunnen aanpassen aan nieuwe situaties.
• Veranderingen in snelheid en flexibiliteit:
Blijft leervermogen bestaan?
Het leervermogen blijft bestaan, maar het vereist meer oefening bij oudere mensen. Neuroplasticiteit speelt een grote rol, ondanks afname.
Het leervermogen, oftewel de neuroplasticiteit van de hersenen, blijft gedurende het hele leven aanwezig, al zijn er wel veranderingen in de snelheid en efficiëntie waarmee nieuwe vaardigheden worden geleerd. Enkele belangrijke punten hierbij:
• Levenslange plasticiteit:
De hersenen blijven in staat om nieuwe verbindingen te vormen, zelfs op latere leeftijd. Dit betekent dat mensen theoretisch gezien hun hele leven kunnen blijven leren en zich kunnen aanpassen aan nieuwe situaties.
• Veranderingen in snelheid en flexibiliteit:
– Jeugd en jongvolwassenheid: In de kindertijd en adolescentie is de hersenplasticiteit vaak het hoogst, wat bijdraagt aan een sneller en efficiënter leerproces.
– Volwassenheid en ouderdom: Hoewel de hersenen op latere leeftijd nog steeds plasticiteit vertonen, kunnen factoren zoals veroudering, gezondheid en omgevingsstimuli de snelheid en mate van leren beïnvloeden. Met andere woorden, het leerproces kan wel trager verlopen of meer herhaling en oefening vereisen.
• Invloed van levensstijl en training:
Studies tonen aan dat regelmatige cognitieve stimulatie, een gezonde levensstijl (inclusief voldoende beweging, voeding en slaap) en een stimulerende omgeving de hersenplasticiteit kunnen ondersteunen, ongeacht de leeftijd. Dit betekent dat actief blijven leren en uitdagingen aangaan kan bijdragen aan het behoud van een goed functionerend brein.
• Individuele variatie:
Er is aanzienlijke variabiliteit tussen individuen. Genetische factoren, eerdere ervaringen, opleidingsniveau en zelfs sociale interacties spelen een rol in hoe sterk en efficiënt iemand leert gedurende het leven.
Kortom:
Het leervermogen houdt in principe aan zolang iemand leeft. Hoewel de efficiëntie en snelheid van leren doorgaans afnemen naarmate men ouder wordt, blijven de hersenen flexibel en in staat tot aanpassing. Met de juiste stimulatie en levensstijl kunnen mensen ook op latere leeftijd nieuwe vaardigheden aanleren en hun cognitieve functies ondersteunen.
Mijn conclusie.
De uitleg geeft mij rust. Herstel en verbetering van hersenfuncties blijven bestaan maar gaan wel steeds langzamer en vergen veel oefening. Vooral bij de motoriek. Dat het leervermogen en herstel stopt, geloof ik, niet. De mening dat het zou eindigen zoals diverse keren tegen mij gezegd is, is vooral ingegeven door geld. Lees; druk van verzekeringsmaatschappijen, stijgende kosten in de zorg, personeelstekorten en de maatschappelijke verantwoording van behandelaars voor het wegwerken van de lange wachtlijsten.
Anderzijds; Niet alles is te verbeteren door wilskracht en hersencapaciteit. Wat kapot is is kapot. Wat aangedaan is blijft aangedaan. Maar er zijn veel variabelen zoveel als er individuen zijn. Bij de ene is de schade ook groot bij de ander beperkt maar er zijn echt grijze gebieden en verrassend herstel is mogelijk. Daar geloof ik in.
P.S. Volgens de klassieke indeling bevindt 'geloof' zich uitsluitend rechts...daar geloof ik ook niet in.
En. Voor de verwerking van alles, visualiseer ik maar wat ik voel;
Reacties