Ruimte
voor het onverwachte
Creatief
investeren in cultuur
Het
huwelijk tussen cultuur en subsidie is vaak die van haat en liefde. Ze kunnen
niet met én niet zonder elkaar. De rol van overheden in de wereld van kunst is
vaak veelbesproken. Het ligt gevoelig en dat geeft spanning. Maar waar wrijving
is, ontstaat ook warmte en glans. En daar ligt naar mijn mening nu juist de
uitdaging. Zie deze column als inspiratie voor de denkpiste over vernieuwingen
in Kunst & Cultuur in Molenlanden.
Is
het woord subsidie achterhaald?
Een
term van de vorige eeuw? Een beladen containerbegrip is het inmiddels wel
geworden. Berucht zijn extreme politieke uitspraken als: ‘Cultuur aan het
infuus van de overheid’, ‘elitaire kunst en linkse hobby’s’. Tekenend voor het
huidige culturele klimaat, maar niet mijn stijl. Een boodschap die breder wordt
gedragen, is: ‘Een door overheden financieel gestuurde cultuursector is niet
meer van deze tijd’.
Een
glansrol voor cultuur
Het
begrip ‘cultuur’ meer betekenis geven is om te beginnen geen luxe. Dit woord
klinkt immers ook wat gedateerd en beladen. De gemeentelijke reikwijdte lijkt
nu beperkt tot begrippen als erfgoed en verenigingen. De kunsten lijken daarbij
buitenspel te staan. Waarom niet het begrip cultuur in zijn volle breedte
oppakken en uitrollen? Bijvoorbeeld van cultuurlandschap en architectuur naar
film en inspirerende verhalen. En van immaterieel erfgoed, zoals bijvoorbeeld de
zondagsrust, tot creatieve bedrijfs- en jongerenculturen. Wat mij betreft zou
het begrip cultuur daarmee de welverdiende glans krijgen.
Te
midden van het geheel
Er
lijkt een verschil tussen overheid en samenleving, maar is dat wel zo? Een
ideale overheid is, naar mijn mening, een goede afspiegeling van de samenleving
en staat er vooral middenin. Ze werken met elkaar samen en staan elkaar bij. Noem
het de doe democratie zo je wilt. Er is altijd kruisbestuiving, interactie en
warmte. Zoals in een harmonisch gezin zijn de verhoudingen in principe
gelijkwaardig. En er is ook een samenspel in het wendbaar reageren op het
onverwachte. Daarbij stimuleren ze elkaar met impulsen. Met liefde,
betrokkenheid, aandacht, tijd, geld en het investeren in ontwikkelingen.
Positief
stimuleren
De
maakbare samenleving is achterhaald, overheidsparticipatie is nu het
toverwoord. Mijn voorstel is daarom het woord investering in plaats van
subsidie te gebruiken in ons beleid. Een investering heeft een bredere
betekenis. En beleid is vooral niet door geld gestuurd. In de kern gaat het
vooral om een positief stimulerende en waarderende houding. Samenwerken en
elkaar ondersteunen waar dit gewenst is. Dus niet sturen maar juist veel ruimte
geven voor zelforganisatie en het onverwachte. Cultuur is toch in wezen
wie wij met z’n allen zijn: onze identiteit? Hoe we in het leven staan en met
elkaar omgaan. Dat willen we niet door geld gedreven maken. Dat is toch
armoedig?
Bruto
nationaal geluk
Vernieuwingen
in kunst en cultuur in Molenlanden zonder overheidsgelden lijken me niet
realistisch. Het (investerings) fonds vanuit dorps- en stadsgericht werken is
een mooi voorbeeld. Ik zou graag een zetje geven aan nieuwe initiatieven en
ideeën op het gebied van cultuur. In de volle breedte dat wel. Dus eigenlijk
reactief aansluiten op creatieve ontwikkelingen en deze waarderen. Bijvoorbeeld
met impulsgelden voor onderhoud, ontwikkeling van het bestaande en stimulering
van nieuwe initiatieven. Belangrijk daarbij is niet alleen te ondersteunen maar
ook een tegenprestatie te verwachten. Dus echt een afspraak maken van
wederkerigheid. Dat kan mooi maatschappelijk rendement opleveren. En vooral ook
maatschappelijke winst: het bruto nationaal geluk!
Kortom,
samen bedachtzaam investeren in een warme, initiatiefrijke, betekenisvolle,
vindingrijke en creatieve samenleving.
Arie
Huisman
Deelnemer
werkgroep nieuw Cultuurbeleid Molenlanden
Reacties