DROOM EN DAAD

Natuurontwikkeling in de Alblasserwaard. Foto Kees-Jan Boer.

Ik herinner het me nog goed: achterop de fiets bij mijn vader, terwijl hij me het voorjaar in reed. Naar zingende weilanden. Het was lente, en het leven barstte in al haar kleuren en geuren los. Overweldigend en vanzelfsprekend. De lyrische zang van veldleeuweriken vulde de lucht hoog boven ons, terwijl de hemel zwanger was van duizenden geuren. Aan de horizon schilderden grutto’s en kieviten een meesterlijk kunstwerk tegen het smetteloze blauw van de hemel. "Kijk in die sloten zwom ik", zei mijn vader bij het Kraaijenbos.

En wat zag jij allemaal?
De polder was nog bezaaid met boomgroepen, zoals hakhout-en geriefbosjes, huftbosjes en eendenkooien. Dichter bij de grond, in de rafelranden van het boerenland, explodeerde een kleurenpracht. Honderden tinten groen, bespikkeld met het geel van paardenbloemen, het bruinrood van zuring - geloof ik-  en het romige wit van fluitenkruid. Het was een symfonie van kleuren en geuren omlijst door het zoemen van miljoenen insecten. 

Ik weet het nog. Het was er altijd want ik ben van voor de ruilverkaveling. Maar nu... Nu ligt het verstopt in een hoekje van mijn geheugen, veilig opgeborgen en onaangeroerd. Toch koester ik het als een geheime schat.

Toen ik jong was, kwam dat beeld steeds als vanzelf naar boven. Elk voorjaar opnieuw, ongedwongen en vertrouwd. Het was er gewoon. Het vernieuwde zichzelf telkens weer, net als de seizoenen. Maar nu is het stil. De rafelranden van het polderlandschap van de Alblasserwaard zijn gladgestreken. 

Het landschap is veranderd.
Na de ruilverkaveling verrezen moderne boerderijen met megastallen diep in het vervlakte polderlandschap, ontsloten door kaarsrechte wegen. Alles werd strakgetrokken, efficiënt ingericht en vermarkt. Leve de vooruitgang, zei men. Maar de wonderlijke variatie aan boomgroepjes, grassen en bloemen maakte plaats voor een eentonige zee van Engels raaigras als een molen zonder wieken. De weidevogels verdwenen of zijn gedecimeerd. De efficiëntie won. Wat resteert, is een kleurloos agrarisch industrieterrein. Een monotone groene woestijn in de veenweidegebieden. 
De wereld van mijn jeugd is verdwenen. Zelfs de wereld die ik kende als dertiger, veertiger en vijftiger is weg. Genoeg reden voor somberheid, zou je denken.

Wij zijn de geschiedenis in het heden. 
Er zit verandering in de lucht. Ruik jij het ook? Ik ben blij dat nieuwe dromers, pioniers en jonge landschaps-architecten kansen zien in het verarmde landschap. Mensen met een helikopterview.  Ze ontwikkelen lange termijnvisies, maken concrete plannen en durven, met de handen in de "klei", te experimenteren met bijvoorbeeld gewasrotatie, mozaïekbeheer, voedselbossen en cranberryteelt op het vernatte veen. Niet alleen van bovenop opgelegd of met de dwingende hand van de wet, maar in harmonie met veel vrijwilligers en in samenwerking met omgevingsbewuste boeren. 

Ook komen er weer rafelranden met wilde bloemen, insecten en een keur aan kruiden als "hotspots" vol biodiversiteit.  Het Icarusblauwtje, Argusvlinder en de Grasmot komen terug. Dat maakt mij blij. De waterkwaliteit verbetert zienderogen waardoor mijn geliefde icoonsoort; de otter (Lutra Lutra) 'ambassadeur van het schone water' terug kan keren. Samen met de ontwikkeling van plasdrasbermen, de versterking van de  Groen Blauwe Dooradering (GBDA) met bijvoorbeeld oevervegetatie is het bedje voor dit sympatieke dier gespreid. 

...en als hij terug is spring ik een gat in de lucht. En. De kans daarop wordt steeds groter want vorige week is een impuls subsidie van 2,5 miljoen toegekend voor het GBDA om de Albasserwaard groener en biodiverser te maken.




Meer weten over plannen voor de Alblasserwaard?;

Studeren op het veen Inspirerende studies door studenten van Hall Larenstein te Velp.

Meer weten over de GBDA ? Klik daarop de button Landschapsverkenning GBDA.


Reacties

Anoniem zei…
Hoi Arie,
Het is een blog die helaas nog behoorlijk actueel. Maar toch leuk om hem weer af te stoffen!

Het was mijn vader die niet mee wilde doen met de ruilverkaveling. Hij was gehecht aan zijn boerderij op het dorp. Dicht bij de voorzieningen zoals school en kerk. Maar vooral ook de nabijheid van buren vond hij belangrijk. Die wonen in de polder veel te ver weg. Die boerderij op het dorp was ook zoveel meer dan een bedrijf dat melk produceert. Het was een plek waar de jeugd (waaronder ook zijn eigen kinderen) een plek had om te spelen. En, ouder geworden, om te ‘hangen’. De boerderij stond letterlijk en figuurlijk midden in de dorpsgemeenschap.

Gelukkig zie ik om ons heen steeds meer urgentiebesef als het gaat om de klimaatverandering.
Dit weekend was ik een paar nachtjes uit in Eindhoven. Stad van licht en techniek. Ook bezig met een duurzame toekomst. Nieuwe plantvakken in de winkelstraten. En een hele expositie Next Nature in het Evoluon. Een expositie die de zoektocht naar nieuwe vormen van voedselproductie weergeeft. Best interessant!

Groet! Kees-Jan
Mooie toepasselijke reactie Kees-Jan.
...Volgende week spannend, want dan wordt bekend of het bod op subsidie wordt toegekend voor de GBDA. Er is 2,4 miljoen aangevraagd. Dan zijn alle handjes nodig voor de realisatie en restauratie van ons landschap....
Voor de goede verstaander; Ik vind dat niet alleen de eigendommen van boeren zouden moeten vergroenen maar eerst en vooral ook industrieterrein, steden en dorpen.
Feest vorige week is een subsidie van 2,5 miljoen toegekend om de GBDA handen en voeten te geven. Top. Nu aan de bak met veel passie