WILLEM

 



"We zullen de rol van het verhalen vertellen weer benadrukken als meer dan louter vermaak. Doormiddel van verhalen weven we de werkelijkheid." Paul Kingsnorth. 



In het bejaardentehuis Parkzicht in Sliedrecht, waar ik tijdelijk verblijf om te revalideren, zie ik een foto van een oude sluis. Het startsignaal. Ik herken hem. Het is een foto is van voor de oorlog. Over de sluiswachter had ik al een verhaal op stapel staan. Die gaat nu de lucht in; 

Mijn overgrootvader, Willem Adriaan Cleton (1880-1966) was een man met een strenge maar vriendelijke uitstraling. Zijn dochter, Maria, was de moeder van mijn vader. Zij is jong overleden. Haar heb ik niet gekend. Wanneer wij mijn grootvader bezochten, lichtte zijn gezicht op, alsof hij ons met een mengeling van trots en melancholie begroette. 

Zijn kamer is donker en sober ingericht. Een raam laat net genoeg licht binnen om een warme gloed over zijn gezicht te laten glijden zoals in een schilderij van Rembrandt. Daar zit hij in zijn rookstoel, een dikke sigaar in de hand, de geur van tabak vermengd met oude herinneringen. Ik zie hem nog zitten gehuld in een wolk rook, genietend van zijn pensioen. De zware geur van de sigaren prikkelt in mijn neus. Geruite pantoffels en wat as op zijn zwarte vest als vlokjes sneeuw. Deze flarde staat in mijn geheugen als één van mijn vroege herinneringen.

Mijn vader (Willem Adriaan) en ik bezoeken hem regelmatig en ik ga graag mee. Niet alleen voor de verhalen maar ook voor die kleurrijke sigarenbandjes die hij bewaart. Er staan prachtige plaatjes op van verre landen, steden, gebouwen, schepen. Mooie miniaturen om in weg te dromen. Soms geeft hij er een paar aan mij en dan voel ik me deel van een oud ritueel. 

Mijn vader rookt ook maar dan Cabalero sigaretten. Beiden blazen ze rookkringen die omhoog zweven en langzaam oplossen bij het plafond. Het is een fascinerend gezicht alsof twee artiesten een act opvoeren. 

Ik heb nooit gerookt, alleen "meegerookt". Onbewust ingeademd wat generaties voor mij uitbliezen. Sommige dingen erven we in genen andere in gezichtsuitdrukkingen, herinneringen en gewoontes die worden doorgegeven.


Een naam met een verhaal

De achternaam Cleton heeft me altijd geïntrigeerd. Ooit dacht ik dat het een Franse naam was. Misschien een overblijfsel van Hugenoten, maar dat blijkt niet te kloppen. Mijn vriend Willem, enthousiast historicus, ontdekt dat de naam Cleton een Nederlandse verbastering is van Clay-ton. Een Schotse naam. Ik ben er trots en verrast door omdat ik op een of andere manier graag in Schotland ben. De oorsprong van alle mensen met deze achternaam in Nederland, ontdekte Willem, ligt bij een huurling, William Cleyton, die in 1643 in Heusden trouwde. 

Schotse soldaten stonden in Nederland bekend om hun vechtlust, hun geloof en hun onwrikbare trouw. Misschien leeft een echo van die eigenschappen nog steeds voort in onze familie?

De achternaam kan zijn afgeleid van verschillende plaatsen in Groot-Brittannië, zoals Clayton in West Yorkshire en Clayton in Schotland. Die laatste is het meest waarschijnlijk. Cleyton betekent letterlijk 'klei-nederzetting', een verwijzing naar de landschappen waar deze gemeenschappen ontstonden. Een naam als een kruimelspoor door de tijd die mijn familie verbindt met een verleden met een geschiedenis die alleen in fragmenten te reconstrueren is.


Een leven aan de sluis

Mijn overgrootvader was sluiswachter op die Helsluis in de Dordtse Biesbosch een eenzame plek. Het was geen luxe functie, maar wel een stabiele. Het water en de getijden beheerste het ritme van zijn leven, de sluisdeuren waren als een poort tussen twee werelden, tussen veiligheid en open water en tussen leven en dood.


De frontlinie in 1944.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelt de Helsluis een belangrijke rol voor de ‘liniecrossers’. - De Biesbosch was  niemandsland tussen de frontlinies -  Moedige mensen gebruiken hun kennis van het water en de kreken om mensen, wapens en informatie tussen bezet en bevrijd gebied te vervoeren. Zo smokkelen ze ook gestrande piloten vanachter de frontlinie naar bevrijd gebied. 

Ik zie grootvader voor mijn geestesoog over het donkere water turen naar wat glinsterde in de nacht. Of hij een rol heeft gespeeld bij het linecrossen? Het vermoeden bestaat van wel. Volgens mijn oom is hij door de bezetters van de sluis gezet op verdenking dat hij crossers hielp. Na de oorlog is hij weer op de sluis gaan werken. 


De voortgang van de tijd

Generaties vervagen, lossen op in de nevelen van de tijd, net als de rookkringen van sigaren. Hoeveel generaties er precies tussen de William Cleyton uit 1643 en mijn overgrootvader zitten, weet ik niet. Die kruimels mis ik. Maar ik weet dat de naam Willem als een estafettestokje is doorgegeven, mogelijk een stille verwijzing naar die verre Schotse voorouder.

Vanuit ons huis kijk ik uit over het landschap dat grootvader zo goed kende. Het water glinstert in het maanlicht. Zo is het cirkeltje rond.






Einde..

...maar voor wie meer lezen wil, volgt hier wat er onderwater gebeurde voor het maken van bovenstaande tekst. 

Schrijven is schrappen... of zoals de Engelsen zeggen, 'kil your darlings' maar soms is het interessant ze te laten voort leven in de kantlijn. Wie weet worden er eens nieuwe verhalen uit geweven...en van de kruimeltjes gegeten..





WILLEM I   is kort en bondig.

WILLEM II  is langer en poëtisch.

WILLEM III is formeler en historisch.


WILLEM I


Mijn Grootvader. Wanneer wij hem bezochten, lichtte zijn gezicht op.

In zijn kleine kamer zat hij tevreden in zijn rookstoel, een dikke sigaar in de hand. Mijn vader en ik kwamen er vaak, en ik ging graag mee niet alleen voor zijn verhalen, maar ook voor de sigarenbandjes. Wellicht is het een van mijn vroegste herinneringen.

Ik denk nu; elke generatie verliest genetisch gezien de helft van de vorige, waardoor ik zo'n 12,5% genoom van deze overgrootvader draag. Toch erven we denk ik meer dan genen alleen. 

Hij rookte stevig, mijn vader ook. Beiden bliezen perfecte rookkringen. Cirkels die oplosten bij het plafond. Nu bijna ondenkbaar maar het waren ook andere tijden. Ik heb alleen "meegerookt". Maar sommige dingen erven we in DNA weer andere in herinneringen.

De naam Cleton heeft me altijd geïntrigeerd. Zou die van Franse origine zijn? Van Hugenoten misschien, maar mijn vriend Willem ontdekt onlangs dat het een Nederlandse verbastering is van Clayton. Een naam afkomstig van de Schotse militair en huurling; William Cleyton, die in 1643 in Heusden trouwde. Schotten in Nederland stonden bekend om hun vechtlust, geloof en trouw – misschien eigenschappen die nog steeds in onze familie voortleven? 

Mijn overgrootvader was sluiswachter op de Helsluis in de Dordtse Biesbosch, geen luxe baan maar het bood wel sociale zekerheid en aanzien. 

Vanuit mijn huis kijk ik nog altijd uit over dat landschap. En zo is het cirkeltje rond: de verhalen van mijn overgrootvader, de geschiedenis van zijn naam en de herinneringen aan vervlogen tijden leven voort net als de rookkringen van zijn sigaren.


Willem Adriaan Cleton en Jozina Cleton Bakker


WILLEM II

"Ik vind het zelf eigenlijk wel een fijn idee dat ik woedend ben, het is een indicatie dat het leven me in elk geval niet onbewogen heeft gelaten. Maar ik heb soms wel een vorm van escapisme nodig."’ Lieke Marsman.

In zijn huis in een stoep onder aan de dijk in Sliedrecht woonde hij samen met zijn 'mantelzorgers', de familie Bons. Zijn kamer was donker, niet groot, er was een klein raam daarbij zat hij in zijn rookstoel. Het licht scheen op hem als in een schilderij van Rembrandt. Mijn overgrootvader; Willem Adriaan Cleton. Hij is lang geleden gestorven. Maar dat beeld heeft zich in mijn geheugen genesteld, als één van mijn vroege herinneringen. Bij hem sta ik stil en mijmer wat over het verleden en de zin daarvan voor het heden. Ik kom niet verder dan "ontsnappen". 

De tekst in de blog is mijn escaperoom. Ik ben niet imuum. Het is ook ontvluchten van het barre nieuws uit de wereld. Mijn escapisme bestaat nu vooral uit oude herinneringen op halen ze koesteren, wat stileren en opschrijven. Nu is mijn overgrootvader aan de beurt. 

Het was een streng ogende maar aardige man. Zijn dochter Maria was de moeder van mijn vader. Ik heb haar niet gekend. Ze is op 52 jarige leeftijd gestorven. De vrouw van mijn overgrootvader Jozina is op 56 jarige leeftijd gestorven. Hij heeft zijn geliefden dus al vroeg los moeten laten. Dat moet hem pijn hebben gedaan. Ik heb zijn geliefden ook niet gekend maar ik herken wel veel trekken van hen in de gezichten van mijn familie. Wanneer wij bij hem op bezoek kwamen, lichte zijn gezicht op.

Tevreden rookte hij dan zijn sigaren. Mijn vader, die zijn voornamen droeg, en ik bezochten hem regelmatig, en ik ging graag mee. Niet alleen om hem te zien en voor zijn mooie verhalen maar ook vanwege de kleurrijke sigarenbandjes die hij verzamelde en voor zijn kleinkinderen bewaarde. 

Mijn vader, opa en grootvader. De generaties voor mij zijn overleden. De generaties daar weer voor  heb ik helemaal niet gekend. Ik weet er helemaal niets van. Die zijn opgelost in de nevelen van de tijd. Ik weet veel over mijn eigen vader, minder over zijn vader en bijna niets over mijn voorvaderen. Dit is maar een miniem fragment van mijn grootvader, wat visiuele herinneringen, geuren en een sfeer in zijn kamer. Hij vertelde verhalen maar de inhoud ervan ben ik vergeten. Veel andere actieve herinneringen heb ik dus niet. 

Mijn overgrootvader had zwarte kleren aan zoals gebruikelijk in die tijd. Hij rookte zijn Willem II sigaren met genoegen, mijn vader Willem Adriaan rookte ook stevig maar dan sigaretten: Cabalero. Beiden konden ze met kringen van rook maken in de lucht die oplosten bij het gepatineerde plafond. Ik heb alleen "meegerookt". Sommige dingen erven we in genen, andere misschien in verhalen en herinneringen.

Zijn achternaam, Cleton, heeft mij altijd geïntrigeerd. Ik dacht dat het een swingende Franse naam was, maar dat blijkt niet te kloppen. De naam is een Nederlandse vervorming van de Engelse naam Clayton. Hoe ik dat  weet? Mijn vriend Willem heeft het onlangs voor mij uitgezocht. Hij ontdekte dat de oorsprong in Nederland teruggaat tot William Cleyton, een Schotse militair die in 1643 in Heusden trouwde. Zo licht er iets op uit een ver verleden. 

Willem schreef me dat hij zelf ook Schots bloed in zijn aderen heeft. Een grappige gedachte: vrienden met een gezamenlijke afstamming van vechtjassen, huurlingen en overlevers. De Schotten in Nederland stonden bekend om hun vechtlust, geloof en trouw, eigenschappen die misschien nog steeds in onze families voortleven.


De naam 

De naam Clayton komt mogelijk oorspronkelijk van verschillende plaatsen in Groot-Brittannië met dezelfde naam, zoals Clayton in West Yorkshire en Clayton in Schotland. De naam is samengesteld uit "clay" (klei) en "-ton" (nederzetting), een verwijzing naar de landschappen waar deze gemeenschappen ontstonden.

Mijn verre voorvader ken ik dus alleen bij naam; William Cleyton. Hij maakte deel uit van de Schotse Brigade, een militaire eenheid die meer dan twee eeuwen in Nederland diende. Deze soldaten vochten in de bloedige veldslagen, vaak man tegen man. Die van de Tachtigjarige Oorlog, een strijd die een ware hel - een God verlatenheid- moet zijn geweest. Een oorlog van een mensenleven lang.

Naast hun militaire rol hadden de Schotten invloed op de Nederlandse samenleving, onder andere door de namen die ze achterlieten. 

Hoeveel generaties er tussen William Clayton en mijn grootvader zitten, weet ik niet. Wel weet ik dat de voornaam Willem in onze familie vaak voorkomt mogelijk als een estafettestokje. Mijn neef Willem lijkt wel wat op hem. Maar neef Teus die politieagent was nog meer, als twee druppels water.zeg maar. Misschien een stille verwijzing naar de Schotse druppeltjes bloed. Misschien zit er maar 0,1% ervan in ons genoom. Dus niet te veel waarde aan hechten, denk ik dan.


De sluis.

Mijn overgrootvader was sluiswachter op de Helsluis -de oude overtoom lag er nog naast- in de gelijknamige polder in de Dordtse Biesbosch. Een redelijke baan die veel fysieke inspanning vergde maar bood wel een dak boven het hoofd en sociale zekerheid. Een luxe die niet iedere voorouder heeft gehad. Hij is 86 geworden. Vanuit ons huis kijk ik nog altijd uit over dat landschap. 

Zo is het cirkeltje rond. De verhalen van mijn overgrootvader, de geschiedenis van onze familienaam en de herinneringen aan vervlogen tijden blijven in mijn geheugen voortleven, maar vervormen en zullen uiteindelijk oplossen net als de ronde rookkringen van zijn sigaren.



Mijn opa en oma.

WILLEM III

t'Was nacht, 't was nacht, 't was midden in de nacht,
Toen hoorden wij een vreselijke slag.
Een slag van zeven vlooien:
Drie zwarte en vier rooie.
Die rooie waren zeven meter lang,
Ze trokken vaders onderbroekje aan,
Een onderbroek met knopen,
Die gingen zij verkopen.
Aan wie, aan wie, aan wie?
Aan koning Willem Drie.
Aan wie, aan wie, aan wie?
Aan koning Willem Drie" 

Oud kinderliedje.

Ik zong dit ondeugende liedje voor mijn kinderen, neefjes en nichtjes. Mijn vader zong het. Mijn opa ook en wellicht ook opa Cleton. Zijn achternaam, Cleton, heeft me altijd geïntrigeerd. De naam is een Nederlandse vervorming van de Engelse naam Clayton. 

Hoe ik dat weet? Mijn vriend Willem heeft het pas voor mij uitgezocht. Hij ontdekte dat de oorsprong in Nederland teruggaat tot William Cleyton, een Schotse militair die in 1643 in Heusden trouwde. Hij schrijft;

"William Cleyton (zie bijgevoegde scan) trouwt 10-2-1643 Catalijn Gielis, weduwe van Thomas Astin en Barent Clerck.William Cleiton was soldaat onder Kapitein Sandes. (Bron: Trouwen (Nederduits gereformeerde gemeente), archiefnummer 0031, inventarisnummer Heusden 06, blad 19v Gemeente: Heusden, Oudheusden. Periode: 1639-1709 en Heusden 05 blad 143v). Thomas Astin was daarvoor weduwnaar van Elisabeth Cornelis. Ook heb ik een kaart bijgevoegd van Heusden kort na 1643. Daarop is de grote kerk te zien, waar zij waarschijnlijk getrouwd zijn. Nederduits gereformeerd is de naam van de dan geldende staatsgodsdienst. Die kerkelijke gemeente bezat de grote kerk van Leusden."

Hoeveel generaties er tussen William Clayton en mijn grootvader zitten, weet ik niet. Wellicht zo'n 20 á 30. Wel weet ik dat de voornaam Willem in onze familie vaak voorkomt. Misschien een stille verwijzing naar ons Schotse fragmentje DNA. Misschien maar 0,1 %. Ik vraag me af wat stambomen dus voor zin hebben. 

Mijn overgrootvader was sluiswachter op de Helsluis  in de gelijknamige polder in de Dordtse Biesbosch. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde deze sluis een cruciale rol voor de 'liniecrossers'. Deze moedige mannen en vrouwen vervoerden mensen en goederen tussen bezet en bevrijd gebied, waarbij hun kennis van de waterwegen in en rond de Biesbosch onmisbaar was. 

Hoe mijn grootvader daarin een rol heeft gespeeld is niet helemaal duidelijk. Van mijn oom hoorde ik dat hij in de oorlog van de sluis is afgezet is op verdenking van hulp aan de crossers. Mogelijk heeft zijn schoonzoon, mijn opa, daarin ook nog een rol gehad want hij was een van de weinigen die vergunning had om over de spoorbrug te lopen om zijn schoonvader te bezoeken. Mijn opa is in 1943 in Rotterdam gearresteerd en via de gevangenis aldaar naar kamp Vught afgevoerd. Het enige SS kamp in Nederland. Daar zat hij in barak 16. Dat was de strafbarak. Een hel.

Vanuit ons huis kijk ik nog altijd uit over dat onveranderde landschap wat hij ook heeft gezien. 

Zo is het cirkeltje rond. De verhalen van mijn overgrootvader, de geschiedenis van onze familienaam en de herinneringen aan vervlogen tijden blijven in mijn geheugen voortleven, net als de ronde rookkringen van zijn Koning Willem II sigaren.





De naam William Cleyton rechts bovenin dit document uit 1693



Heusden in de Middeleeuwen 



Geboorte kop-en schotel

In de 19e eeuw was het een gangbare traditie om porseleinen geboorte- of herinneringskopjes te laten maken, vooral in Nederland en België. Deze kopjes werden vaak met de hand beschilderd en voorzien van gouden details, inclusief de naam, geboortedatum en geboorteplaats van de persoon. Dit soort servies werd vaak cadeau gegeven bij geboortes of andere bijzondere gelegenheden. Zo ook die van mijn over grootvader. Hij is in 1966 overledenen. Mijn zus bewaart het kopje om het later door te geven aan mijn neef en naamgenoot van mijn overgrootvader.




Line crossers monument in Sliedrecht.

Reacties