DIALOOG

 

ZELFPORTRET

Mijn bovenkamer moet worden opgeruimd, maar zodra je iets vrijlaat, komt er vaak iets verrassends voor terug. Zo ontstaat een waaier aan gesprekken als ik dit schilderij aan mijn vriend weggeef:

Reactie
Er is iets magisch aan het vangen van ochtendlicht op dit doek—alsof je met verfstreken een glimp kunt opvangen van wat de schilder ooit zag. Het voelt bijzonder om voor zo’n schilderij te staan en een vermoeden te krijgen van het moment dat de kunstenaar heeft willen vastleggen. Hoe goed je dat hebt vastgelegd, vind ik echt knap.

Mooi compliment
Dat doet me goed. Fijn dat je er zo van geniet. Zo'n losjes geschilderd werk is voor mij poëzie in verf en licht als een venstertje op een landschap. Onze biotoop waarin we zijn opgegroeid? Ik liep er al een poosje op te broeden, en toen verscheen het ineens, in een droom als een gedicht. De tinten blauw en oker gaan vanzelf zinderen.

Het is ook kunst omdat het moet, zou je kunnen zeggen; want de mooiste ideeën blijven toch niet bestaan als je ze geen vorm geeft?

Afleren.
Thuis heb ik een bundel van J.C. Bloem liggen. Zijn werk heeft iets eenvoudigs, bijna kinderlijks, dat het juist zo krachtig maakt. Bloem zei ooit: "Dichten is afleren." Alsof hij woorden heeft teruggebracht tot hun kern, en toch blijft zijn boodschap helder. Toch bieden zijn gedichten weinig troost; ze zijn eerder melancholisch, soms zelfs onthecht, al verwijst hij hier en daar naar een romantisch godsbeeld. Zoals in deze strofe, die de rusteloosheid van de mens zo treffend verwoordt:

"Dan geve God zijn rust aan de vermoeide voeten.
Vermoeid van ’t zwerven langs der wereld heerlijkheid.
Gezweept door ’t dagelijks verlaten en ontmoeten.
Maar nimmer naar een vast en veilig doel geleid."


Vergelijk.
Wat vind jij eigenlijk van Bloems poëzie? Misschien biedt hij voor jou te weinig ruimte voor de verbeelding?

Sommige van zijn gedichten raken mij vooral in de eenvoud die jij noemt maar anderen voelen mij te neerslachtig, en fragmentarisch, alsof ze als zand tussen je vingers glijden. Dat stoort me soms, dat gebrek aan samenhang. 

Daarom spreekt Marsman me misschien wel meer aan dan Bloem; hij is directer, met meer overtuiging. En als het dan toch abstract mag, dan liever de complete vrijheid van iemand als Paul van Ostaijen, die werkelijk alles losliet en een nieuwe vorm schiep in woorden, klank en structuur.

Vind je ook dat woorden net als verf op doek losjes moeten kunnen leven?

Herfst.
Kun je trouwens nog een beetje van de herfst genieten? De ochtenden zijn nu prachtig, vooral als de zon door de nevel breekt. Het doet me denken aan Bloems gedicht "Oktober":

"Dit is de teerste maand van ’t jaar: oktober.
Die van in damp gebroken licht verzaad. Geheiligd, onaantastbaar-kuisch en sober. Langs een gewijde en stille wereld gaat."


Hartslag.
Wat een sensitief gedicht. De herfst is ook mijn favoriete seizoen, juist door de kleuren, geuren en het lage licht. De coulisselandschappen, met pasteltinten die door de nevels en het lage strijklicht worden verzacht, lijken net fijne aquarellen. Daarin voel ik de hartslag van de schepping.

Sensitief.
Misschien is dat ook wel een levensopdracht: een zo groot mogelijk bewustzijn te ontwikkelen, niet alleen kijken maar steeds meer zien, meer voelen, tot we het leven zelf als een kunstwerk kunnen ervaren? Want het zijn juist deze momenten van rust en stilte, waarin we echt luisteren en ontvankelijk zijn die ons helpen iets van het leven te begrijpen.









Reacties