WERK-EN-DE BUITENRUIMTE



De buitenruimte; het leefgebied van stad en dorp. Grijs Groen en Blauw. Structuren die zo vanzelfsprekend zijn dat ze niet opvallen. Mensen jagen eroverheen. Een soort van niemandsland. Behalve als er wat aan mankeert. Dan doet het pijn. Dan wordt er alarm geslagen en moet het euvel snel worden verholpen. 

Deze openbare ruimte bestaat uit drie hoofdonderdelen: Grijs, Blauw en Groen. Het traditionele domein van gemeentewerken.

Het grijs met haar netwerken aan straten en wegen met kabels en leidingen eronder als een gevoelig zenuwstelsel. Pleinen als de knooppunten van neurologische verbindingen. Ontmoetingspunten en wegpatronen. Gegroeid uit modderpaden, opgebouwd uit karrensporen, gevormd uit met teer verstevigde grindwegen en ontwikkeld op tekentafels. We lopen of rijden er overheen en ze verbinden ons gedienstig van A naar B.

In deze harde omgeving van steen: het Groen. Zachte groenstructuren als relict van eens uitgestrekte wouden. Restanten van Holland. Het openbare groen vormt vaak de rafelranden van stad en dorp. Gesneuveld in de periferie van veranderingen. Als sluitposten op de begroting van projectontwikkelaars. Maar uiterst belangrijk want het zijn en blijven de longen van de aarde.

En dan het Blauw; open water en riolen. Watergangen als levensaders soms vertroebeld door het zwarte veen en het riool als een soort van darmstelsel. Water; we kunnen niet eens 3 dagen zonder. Ondergrondse rioolstelsels, zuiveringsinstallaties met een jaloers makend zelfreinigend vermogen. Onzichtbaar maar van vitale betekenis.

Samen Grijs, Groen en Blauw een soort van ruggengraat van de gebouwde omgeving van stad en dorpen.

Wie zijn de mensen die daarin werken? Wie zijn zij die deze ruimte ontwikkelen, beheren en in stand houden? Deze kapitaalgoederen. Zijn het saaie en degelijke rentmeesters? Grijze beta-muizen? Zeker is dat hier miljarden aan overheidsgeld in om gaan. Hier worden ook structuren in stand gehouden die al eeuwen oud zijn. Alles lijkt traag te gaan in deze sector. Hier geen ruimte voor wilde plannen. Nieuwe ontwikkelingen, werkwijzen, constructies en materialen worden met argusogen bekeken. Pas ingevoerd als ze zich hebben bewezen in de praktijk of zijn gelouterd door het vuur van de kritiek. Lang nadat de kwaliteit bewezen is wordt het nieuwe ingevoerd.

Dit in contrast met de samenleving zelf die steeds meer verschijnselen van ADHD lijkt te vertonen. Consumptie maatschappij die holt van hype naar hype. Knielen voor de afgoden van groei en genot. Weggooi maatschappij. Alles in de berm. Waar veranderingen koortsachtig worden ingevoerd en onvoldragen ideeën het levenslicht zien. Vernieuwingen buitelen over elkaar heen. Een stortvloed informatie en een tsunami aan nieuwe ontwikkelingen.

Maar in de openbare ruimte lijkt alles even traag te gaan. Langzaam als asfaltmachines. Waar de bomen stoppen met hoger groeien als ze voldragen zijn. Wie zijn ze, de grijzige mannen van deze vakgroep? Soms verjongd door vers bloed, maar zelden vrouwen. Een uitstervend ras? Rigide en reactionair? Wie zijn deze werkers op de achtergrond? Zijn ze geselecteerd op conservatisme en behoudzucht? Geen poespas. In zichzelf gekeerd?

Hoe zijn ze te karakteriseren? Ze timmeren aan de weg, desnoods 's nachts. Hebben een hoge productie. Dat is zeker. Doen soms mopperend een stap opzij voor de optochten van vernieuwing. Buigen minzaam en glimlachen vriendelijk. Klappen als het moet. Zijn dienstbaar en gaan desnoods op de knieën.

Maar ook:

Brengen mensen via wegen samen en over-bruggen tegenstellingen;
Borduren voort op historische, bestaande en vaak onzichtbare structuren;
Maken een zorgvuldige afweging van belangen voor een goede balans;

Verbinden slim de opgaven, budgetten en regelgeving;
Gaan het gesprek aan, brengen alternatieven en stimuleren;
Hebben inzicht in de tijdgeest

Zien de historie als inspiratiebron voor de toekomst;
Ontwerpen en onderhouden plekken voor beleving en revalidatie voor jong en oud;
Ondersteunen burgerschap waar mensen met passie en trots zelf vormgeven;

Zorgen voor eigenheid mede door verbinding met de inwoners;
Hebben een zintuig voor de tijd; heden, verleden, toekomst en tijdelijkheid van de buitenruimte;
Zetten expertise en vakmanschap in voor een goede omgevingskwaliteit;

Zien de omgeving vanuit het perspectief van verschillende gebruikers;
Hebben oog voor karakter van de leefomgeving van de Alblasserwaard.
Streven naar onderscheidende identiteit van dorpen en stad mede door verbinding met de inwoners;

Onderhouden en bewaken de omgevingskwaliteit en verlichten de samenleving.

Reacties